Spring naar inhoud

Wordt ‘dik’ de nieuwe norm?

7 september 2012

Nog steeds staat er om de zoveel tijd een nieuwe dieetgoeroe op. Dit keer lijkt deze dubieuze eer ten deel te vallen aan Dr. Chris Goossens, een Vlaming die het Pronokal-dieet propageert. Als we de media mogen geloven is deze afvalmethode op dit moment een echte hype, en zijn er dus kennelijk toch nog mensen die zich wagen aan dit soort honger-regimes. En dat terwijl het volgen van het Pronokal-dieet toch een lieve duit kost: als je het hele programma afrondt, ben je 1350 EUR armer, en vast ook wel wat kilo’s, want je leeft maandenlang bijna alleen op zakjes en water. En dan is het voor de volgers van Dr. Goossens maar te hopen dat dit keer niet gebeurt, wat in de regel volgt na een dieet. Namelijk dat je razendsnel weer aankomt, en dat je uiteindelijk in plaats van een paar kilo’s te verliezen, er per saldo een paar bij krijgt; het bekende jojo-effect.

Wij denken dat het Pronokal-dieet net als alle andere diëten die de afgelopen twintig jaar voorbij zijn gekomen, gedoemd is om een mooie zwanendood te sterven. Want zoals talloze deskundigen en wetenschappers al jaren roepen: diëten werken niet. Diverse wetenschappelijke onderzoeken hebben inmiddels aangetoond dat hongerdiëten zelden of nooit tot blijvend gewichtsverlies leiden. En ook de praktijk toont dit aan. Want als er één dieet zou bestaan dat wel zou werken, zou iedereen inmiddels wel slank zijn. Het tegendeel is het geval: we worden ieder jaar alleen maar dikker en dikker. Inmiddels heeft meer dan de helft van alle volwassen Nederlanders overgewicht, en weer een kwart daarvan heeft ernstig overgewicht, oftewel obesitas.

Van de weeromstuit lijken steeds meer mensen zich neer te leggen bij hun overgewicht.  En er zijn zelfs mensen die nog een stap verder gaan. Die stellen dat overgewicht tegenwoordig eigenlijk heel normaal is. En dat het absurd is dat je in kledingzaken nog steeds vooral kleine maatjes ziet hangen, waardoor mensen met ‘een maatje meer’ voortdurend misgrijpen. En dat het daarom hoog tijd wordt dat de confectie-industrie haar matenstelsel gaat aanpassen aan ons ‘nieuwe postuur’.

Wat deze mensen feitelijk zeggen, is dat dik de nieuwe norm is, en dat de maatschappij hieraan maar moet worden aangepast. Wij begrijpen de frustratie wel die hier uit spreekt. Maar de vraag is of dit de weg is die we moeten bewandelen. Wij denken van niet. Wij huiveren bij het idee dat een kilo of 10, 15 overgewicht de nieuwe norm zou worden. Naar onze mening zouden we dan de deur wagenwijd opengooien voor aandoeningen als kanker, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten, stuk voor stuk volksziekten waarvan wetenschappelijk is bewezen dat ze het gevolg zijn van te weinig bewegen en te veel eten. En bovendien zou het eind dan zoek zijn. Want als overgewicht zich vroeger of later ontwikkelt tot obesitas, en iedereen dan straks 25 of 30 kilo te zwaar is, wordt dat dan de nieuwe norm?

Momenteel werken wij aan een nieuw boek, een Vier Seizoenen Praktijkgids bij Je Tweede Jeugd Begint Nu, waarin we laten zien hoe je zonder diëten toch blijvend kunt afvallen. Verwachte verschijningsdatum van dit boek is september 2013. Nog even geduld dus! Maar wat we wel al kunnen verklappen is dat we net als in ons eerste boek ook dit keer het leiden van een gezonde leefstijl als de sleutel tot succes zien. Waarbij we benadrukken dat je er wel lol in moet hebben, anders houd je het niet vol. Daarom bevat dit nieuwe boek heerlijke recepten voor verantwoorde maaltijden en talloze leuke tips voor voldoende beweging. Zodat je gezond leven niet als een verplichting ervaart, maar voor je plezier doet. En dat lijkt ons een veel haalbaardere kaart dan het volgen van welk hongerdieet dan ook….

De Olympische Spelen: een prachtig en uniek evenement

12 mei 2012

De Olympische en Paralympische Spelen die deze zomer in Londen worden gehouden, beloven weer een geweldig spektakel te worden. Maar liefst 10.500 Olympische en 4.200 Paralympische topsporters uit meer dan 200 deelnemende landen zullen strijden om in totaal 4700 medailles.  Indrukwekkende cijfers, waarachter een berg menselijke emoties schuilgaan. Hoop, angst, euforie, verdriet,  het zal er allemaal zijn. En al die emoties en bijbehorende spanningen maken de Spelen tot een prachtig en uniek evenement. Om aan deel te nemen én te aanschouwen.

Voor de sporters zelf zal het de climax zijn waar ze jarenlang naar toe hebben gewerkt. Waar ze vele dagen urenlang voor hebben getraind, en zich veel plezierige zaken uit het leven voor hebben ontzegd. Vaak om slechts enkele minuten te pieken, met een kleine kans op overwinning en eeuwige heldendom, en een veel grotere kans op verlies en doorleven in anonimiteit.

Winnen of verliezen, daar zal het allemaal om draaien, straks in Londen. Als je wint, verandert je leven op slag compleet, weet Ard Schenk uit ervaring na de Olympische Winterspelen in Sapporo in 1972 waar hij drie gouden medailles won. Dus hij begrijpt dan ook heel goed waarom al die sporters zo hard trainen om de beste te zijn in hun discipline. Nu hij veertig jaar ouder is, traint hij nog bijna dagelijks. Niet om medailles te winnen, maar met een minstens zo belangrijk doel. Namelijk om fit te blijven. Zodat hij over tien of twintig jaar nog kan genieten van alle dingen die hij leuk vindt in het leven: mountainbiken, skiën, golfen, hij wil het allemaal zo lang mogelijk blijven doen.

Als u straks op de bank zit en naar de Olympische Spelen op tv kijkt, geniet u daar dan gerust van.  Maar hopelijk zult u aan al die sportieve beelden ook de inspiratie ontlenen om zelf regelmatig lekker in beweging te blijven. Een heerlijk stuk wandelen of fietsen bijvoorbeeld, en elke dag een stukje verder. Een beetje trainen, zeg maar. Natuurlijk niet om indrukwekkende sportieve prestaties te kunnen leveren, maar met een minstens zo belangrijk doel, namelijk om zoveel mogelijk te kunnen blijven genieten van het leven.

Elfstedentocht dit jaar vooral een senioren-aangelegenheid

10 februari 2012

Toen de vorst de afgelopen week echt leek door te zetten, raakte Nederland al snel stevig in de greep van de Elfstedenkoorts. Brouwers draaiden overuren, nagenoeg alle hotels waren binnen de kortste keren volgeboekt, en honderden vrijwilligers draaiden overuren om het ijs op de geplande route sneeuwvrij te krijgen. Vooralsnog hebben de ijsmeesters echter nog niet het groene licht gegeven voor het legendarische schaatsfestijn. Het ijs is nog niet voldoende betrouwbaar zodat de verlossende woorden ‘It giet oan’ helaas nog op zich laten wachten.

Mocht de Elfstedentocht deze winter alsnog verreden worden, dan zal het ongetwijfeld weer een memorabel evenement worden. Niet in de laatste plaats omdat dit jaar vooral vijftigplussers aan de start zouden staan in Sneek, zoals te lezen valt in de Volkskrant van 8 februari j.l. Nu lijkt het er misschien op dat ook bij de Elfstedentocht de vergrijzing inmiddels is toegeslagen, maar feitelijk hebben we hier te maken met het effect van de stormachtige groei die de Elfstedenvereniging in de jaren 1985 en 1986 onderging. Met duizenden ondernamen mensen in die jaren een stormloop op het lidmaatschap van de vereniging wat er uiteindelijk ook toe leidde dat er in de jaren die volgden een ledenstop moest worden ingevoerd. Degenen die in 1986 al lid waren, kregen vanaf 1987 het recht aan elke toekomstige tocht deel te nemen. Met als resultaat dat van de 12.000 schaatsers die nu het startrecht hebben het grootste deel tussen de 60 en 64 jaar oud is.

Is er reden tot bezorgdheid als straks duizenden zestigers de bijna 200 kilometer lange Tocht der Tochten over natuurijs gaan afleggen, en ongetwijfeld barre omstandigheden moeten trotseren? Integendeel. De verwachting is dat juist de oudere schaatsers grotere kans hebben de tocht uit te rijden dan de jongere deelnemers. Die hebben de neiging veel te onbesuisd van start te gaan, terwijl de ervaren senioren hun kruit droog houden en hun krachten veel beter doseren. Verder mag er gerust van uit worden gegaan dat de meeste ouderen die deel zouden nemen aan de tocht, zich daar terdege op hebben voorbereid. Niet door een paar weken van te voren een paar rondjes op de plaatselijke ijsbaan te draaien, maar door het gehele jaar in training te blijven. Door wekelijks te werken aan hun uithoudingsvermogen en ook de nodige spierversterkende oefeningen te doen.  Motivatieproblemen om regelmatig te gaan sporten en trainen hebben deze echte diehards vast niet. Die hebben immers een helder en concreet doel voor ogen: de Elfstedentocht rijden. En als ‘ie er komt, er klaar voor zijn.

Een heldere doelstelling kan ook jou helpen om gemotiveerd te worden en blijven om regelmatig te werken aan je conditie. Jouw persoonlijke doel kan uiteenlopen van de wens om nog een paar mooie stedentrips te maken tot het verlangen om de Vierdaagse nog een keer uit te lopen, of – wie weet bemachtig je nog een lidmaatschap – de Elfstedentocht uit te rijden. Het is allemaal mogelijk, als je maar begint en gemotiveerd blijft. Aan je lichaam zal het niet liggen. Ook als je de 70 gepasseerd bent, kun je nog aan je conditie werken en jezelf verrassen met de resultaten die je nog kunt behalen. Dus: bedenk jouw concrete doelstelling, schrijf die op, en laat dat je houvast zijn om op terug te vallen als je een keer geen zin hebt om uit je luie stoel op te staan om te gaan trainen of sporten. Lees op dat soort momenten je doelstelling nog eens goed door. Dan weet je direct weer waar je het allemaal voor doet!

Goede voornemens? Bespaar je die 25 EUR voor het zoveelste dieetboek!

5 januari 2012

Een overgrote meerderheid van de Nederlanders is op 1 januari begonnen met het uitvoeren van zijn goede voornemens. En ook dit jaar staat Afvallen zowel bij de mannen als de vrouwen bovenaan het verlanglijstje, Geen wonder want we zijn dit jaar met zijn allen weer flink dikker geworden. Meer dan 50% van de Nederlanders heeft tegenwoordig te kampen met overgewicht en maar liefst 1 miljoen Nederlanders lijdt aan ernstig overgewicht, oftewel obesitas.

Overgewicht vormt intussen een van de grootste bedreigingen van onze bevolking. Ziektes in de vorm van diabetes type 2, hart- en vaatziekten, diverse soorten kanker en ernstige gewrichtsproblemen, rukken op als onvermijdelijke consequenties van onze vetzucht. En het tij lijkt nog lang niet gekeerd: het percentage mensen dat obesitas ontwikkelt, neemt jaarlijks razendsnel toe.

Al met al lijkt het dus meer dan logisch dat ook dit jaar de dieetboeken de boekhandel weer uitvliegen. Maar eerlijk gezegd is het dat niet. Het laatste jaar met name is zoveel aandacht besteed in de media aan de negatieve effecten van diëten dat je inmiddels zou verwachten dat de mensen beter weten.  Maar niets is minder waar. Het gros van de mensen blijkt nog vertrouwen te hebben in de praatjes en prachtige beloftes van de zoveelste goeroe die zoniet gouden bergen, dan toch zeker wel aanzienlijk gewichtsverlies binnen de kortste keren belooft.

De gouden sleutelwoorden in het verkooppraatje van de dieetgoeroe zijn tegenwoordig ‘blijvend’ en ‘structureel’, want het blijven natuurlijk slimme rakkers, de mannen en vrouwen die rijk worden binnen de dieetindustrie. Zij hebben heel goed geluisterd naar alle kritiek die de afgelopen tijd over hen heen is gestort door wetenschappers, artsen en voedingskundigen. Die kritiek kwam er voornamelijk op neer dat alle diëten per definitie het bekende jojo-effect in de hand werken waardoor mensen die gaan lijnen uiteindelijk binnen de kortste keren hun oude gewicht weer terug hebben. Vaak met rente, zodat ze per saldo alleen maar zwaarder worden.

Tegen alle mensen die graag van hun overtollige gewicht af willen komen, zeg ik graag nog een keer nadrukkelijk het volgende:

DIETEN WERKEN NIET.

ER IS NOG NOOIT EEN DIEET GEWEEST DAT HEEFT GEWERKT.

DAT IS ER NU NIET EN DAT ZAL ER OOK NOOIT KOMEN.

De enige manier waarop je van je overtollige kilo’s af kunt komen is door verstandig te gaan eten en meer te bewegen. Niet voor een paar weken, niet voor een paar maanden, maar je leven lang. Dus bespaar je die 25 EUR die je aan het zoveelste dieetboek zou uitgeven. Richt je op boeken die je vertellen hoe je je leefstijl zo kunt aanpassen dat je verstandig gaat eten en meer gaat bewegen. Dat is en blijft de enige juiste weg om te volgen. Zoals alle wetenschappers, artsen en voedingskundigen die echt verstand van zaken hebben en geen belang in de dieetindustrie hebben ook al lang weten en verkondigen.

Fit blijven doe je niet alleen voor jezelf

7 december 2011

Gisteravond vierden we gezellig Sinterklaas met het gezin. Mijn vader, nu 81, was er ook bij. Hij was op eigen gelegenheid gekomen, dat kan hij nog steeds probleemloos. En dat is niet alleen fijn voor hem, maar ook voor ons. Vanmorgen, onder het ontbijt, merkte mijn vrouw nog eens op hoe prettig het is, dat wij mijn vader op zo’n feestje kunnen uitnodigen zonder hem op te hoeven halen en na afloop weer naar huis te brengen. Ik was het helemaal met haar eens. Ik kan ook wel iets beters bedenken om met mijn tijd te doen dan voor taxi te spelen.

Egoïstisch? We kunnen het er lang of kort over hebben, maar kinderen hebben nou eenmaal veel langer plezier van hun ouders als ze fit blijven.  Het is veel leuker om ouders te hebben die zelfstandig en mobiel zijn. Ouders waarmee je leuke dingen kunt doen. Die je kunt uitnodigen op een feestje zonder verantwoordelijk te hoeven zijn voor hun vervoer. En die jou en je gezin af en toe eens trakteren op een weekendje weg, of die je kleinkinderen af en toe een dagje mee uit nemen. En het is ook fijn als de noodzaak om mantelzorg te bieden aan je ouders vele jaren wordt uitgesteld. Want reken maar dat het zwaar is en belastend om voor je hulpbehoevende ouders te moeten zorgen en verantwoordelijk te zijn voor hun welzijn.

Ook kleinkinderen varen wel bij een fitte opa en oma.  Zoet gehouden worden op de bank met koek en snoep en een filmpje is misschien even leuk, maar het gaat toch snel vervelen. Het is veel leuker om er met je Opa en Oma op uit te kunnen trekken: een lekkere lange boswandeling met ze te maken of naar de markt te gaan, of een paar dagen met ze te gaan kamperen, bedenk het maar!


Last but not least, heeft de maatschappij er ook alle belang bij dat ouderen fit worden en dat langer blijven.
Op dit moment telt ons land 6 miljoen 50-plussers. Meer dan de helft van die 6 miljoen mensen lijdt aan overgewicht.  Weer een kwart van die mensen, ruim een miljoen dus, lijdt aan ernstig overgewicht. Op dit moment kost de extra zorg die deze mensen moeten krijgen 1,2 miljard EURO. Die trend moet worden gekeerd. Het boek Je tweede jeugd begint nu stimuleert mensen om in beweging te komen en gezond te gaan eten. Bij zo’n leefstijl moet je moeite doen om niet af te vallen. Dat gebeurt namelijk automatisch!

Op dit moment leven er in Nederland 2,4 miljoen 65-plussers. In 2040 zijn dat er ruim 4,5 miljoen.  De overheid maakt zich grote zorgen over de vraag hoe de zorg voor al die oude mensen betaalbaar moet blijven als ze straks ziek en hulpbehoevend worden.  Als meer mensen langer fit blijven en langer zelfstandig kunnen wonen en op eigen benen kunnen blijven staan, zal dat enorme besparingen opleveren voor de maatschappij.

Boekpresentatie

13 november 2011

Woensdag 9 november. Om een uur of half tien in de ochtend arriveer ik met mijn gezin in het Olympisch Stadion. Na enig zoeken vinden we de ruimte waar die dag de presentatie zal plaatsvinden van het boek Je tweede jeugd begint nu, dat ik samen met Ard Schenk heb geschreven. Wij arriveren als een van de eersten in de zaal. Banieren bij de ingang en grote posters tegen muren en pilaren maken duidelijk wat er hier deze ochtend gaat gebeuren. Langzaam aan druppelen de andere genodigden binnen. ‘Er worden nogal wat fotografen verwacht,’ vertelt Henkjan Deusien, die vandaag namens de uitgever zaken in goede banen leidt, me. Ik laat dat nieuws op me inwerken, merk dat de spanning die ik toch al de hele ochtend voel zich verder opbouwt, en begin met het signeren van 100 boeken.

Ard Schenk arriveert al snel en samen nemen we nog even de laatste punten door. Dan raakt hij in gesprek met verschillende gasten en raakt hij uit beeld. ‘Johan Cruijff is gearriveerd,’ gonst het dan door de ruimte, en een minuut later loopt de legendarische voetbalheld ontspannen de zaal in, begeleid door zijn assistente. Hij loopt recht op mij af. Schudt me de hand, en begint te praten. Het gesprek dat zich ontrolt gaat over van alles: over Ard die hij al jaren kent, en met wie hij vroeger tussen trainingen door (ze zaten toen vlak naast elkaar) regelmatig met de andere jongens een broodje at; over zijn Foundation, waar met een klein team mensen keihard wordt gewerkt om iets te bereiken. Wat heel moeilijk is, want het is roeien tegen de stroom in, en van de politiek hoef je niet veel te verwachten; over Messi de beste voetballer van de wereld, die in de 90 minuten die hij op het veld staat ook fouten maakt. En als de beste voetballer van de wereld fouten maakt, mogen wij dat dan niet? Dus leren we van onze fouten en gaan we door. Cruijff-logica: geen speld tussen te krijgen.

En zo gaat het maar door en door, dat gesprek, terwijl de zaal langzaam volloopt en de fotografen die inmiddels zijn gearriveerd, aan de lopende band foto’s maken van Cruijff. Die heeft mij intussen gebaard dichter bij hem te komen staan, alsof hij zeker wil stellen dat dit fotomoment niet aan mij voorbij gaat. Dat gaat het niet. Af en toe kijk ik even om me heen en ben me eng bewust van al die ogen in de zaal die gericht zijn op Cruijff en mij en natuurlijk ook op al die andere oud-topsporters die zich intussen in het gesprek hebben gemengd, zoals Tom Okker en even later ook Sjakie Swart die bij begroeting innig wordt omhelsd door Cruijff, en Yvonne van Gennip die het wel een goeie grap vindt, als ik op een gegeven moment een opmerking van Cruijff als ‘logisch, he’ kwalificeer.  Johan vindt het niet erg. Ook hij kan erom lachen, en de fotografen blijven maar flitsen, onophoudelijk…

Dan is het moment aangebroken waarop het officiële gedeelte van de boekpresentatie begint. Eerst spreekt Ard Schenk de mensen toe, en daarna ik. Mijn speech loopt lekker, ondanks alle stress, en dan is, voor ik het weet, het moment daar waarop Ard en ik het eerste boek uitreiken aan Johan Cruijff… en dan gaan alle remmen los. Een stuk of dertig fotografen verdringen zich om ons heen en proberen met veel geduw, getrek en gevloek een goed plekje te bemachtigen. Voortdurend roepen ze onze namen, opdat wij hun kant maar uitkijken. En onderwijl wordt er een stortvloed van verblindend flitslicht over ons heen gestort, minutenlang, tot dit gekkenhuis zelfs Johan Cruijff te veel wordt. ‘Jezus mina,’ hoor ik hem roepen, als al die fotografen maar van geen ophouden willen weten. Tot Ard en Johan op een ogenblik tegelijkertijd besluiten dat het welletjes is zo, en de fotografen met duidelijke tegenzin hun camera’s laten zakken, en dan is dat krankzinnige moment voorbij.

Later zouden journalisten, die bij het evenement aanwezig waren, schrijven dat al die fotografen en collega’s van de pers vast niet op dat boek van Ard Schenk en Edwin van den Dungen af waren gekomen, en dat de complete mediahype die daar zo plotseling ontstond, natuurlijk vooral om Johan Cruijff te doen was. Kan allemaal best waar zijn, maar Johan Cruijff zelf liet er geen enkele twijfel over bestaan waarom hij die dag bij onze boekpresentatie aanwezig was en graag het eerste boek in ontvangst wilde nemen. In zijn speech en later tijdens interviews onderstreepte hij de boodschap die Ard en ik in ons boek uitdragen krachtig met uitspraken als: ‘In dit boek wordt je een spiegel voorgehouden,’… ‘Je hebt maar een lichaam, en daar moet je zuinig op zijn,’ en ‘Als je een stommiteit begaat, zoals roken, slecht eten, of niet bewegen, dan moet je dat zelf oplossen, en d’r wat aan doen.’ En toen een journalist op een ogenblik een vraag over Ajax probeerde te stellen, sprak Cruijff’s antwoord daarop boekdelen: ‘Nou moeten we niet de hele boel door elkaar gaan halen. Nu ben ik hier voor het boek. Vanmiddag ben ik er weer voor Ajax. Dan spreken we elkaar wel weer verder.’

Mijn vader: 81 en ‘still going strong’

2 november 2011

Mijn vader is onlangs 81 jaar geworden. Als je hem niet zou kennen en dan zijn leeftijd zou moeten inschatten, zou je hem ongetwijfeld
een paar jaar minder geven. 
Dat heeft alles te maken met zijn leefstijl. Mijn vader sport namelijk regelmatig en zorgt er daarnaast voor dat hij redelijk op gewicht blijft. Dat is bepaald niet altijd zo geweest. Zoals je kunt lezen in het boek Je tweede jeugd begint nu, dat ik samen met Ard Schenk heb geschreven, was mijn vader op zijn 77e behoorlijk slecht ter been geraakt. En was hij eigenlijk niet ver verwijderd van het moment waarop hij achter een rollator moest gaan lopen. De wake-up call die mijn vader kreeg toen hij samen met mij in Rome op vakantie was (en die ik uitgebreid in mijn boek beschrijf), leidde er uiteindelijk toe dat hij zijn leefstijl totaal veranderde. Zijn tot dan toe hoofdzakelijk zittende bestaan ruilde hij in voor een actievere, gezondere leefstijl. Hij ging twee keer per week naar de sportschool en ging verstandiger eten. Hierdoor slaagde hij erin om in zes maanden tijd te transformeren van een kwakkelende bejaarde in een fitte man op leeftijd.

Mijn vaders radicale koerswijziging legde hem bepaald geen windeieren. Toen hij eenmaal weer fit was, was hij weer in staat actieve vakanties te ondernemen. Hij was niet langer afhankelijk van toerbussen, maar kon op eigen beweging steden bezichtigen.  En ook in zijn gewone bestaan kon hij weer volop genieten van dingen die hij daarvoor al jaren niet meer had kunnen doen: uren door de stad wandelen, een pittige strandwandeling maken, of met vrienden een middag naar het museum. Het kon allemaal weer, omdat zijn conditie drastisch was verbeterd, en hij geen problemen meer had met lopen.

En nu is mijn vader dan 81 jaar geworden, en bezoekt hij nog steeds iedere week trouw de sportschool. Het doel dat hij daarbij voor ogen heeft is zo helder als glas: hij wil vrij blijven om te gaan en staan waar hij wil en zo lang mogelijk de regie over zijn eigen leven behouden. Ik zie hem dat nog wel een aantal jaren volhouden op deze manier. En in de tussentijd zijn we nog van plan samen de nodige reizen te ondernemen. Om te beginnen deze zomer naar Barcelona. En die trip moet de opmaat vormen naar onze al lang geplande reis naar New York. Die hopen we volgend jaar dan eindelijk te kunnen ondernemen. In een van mijn volgende blogs leg ik uit waarom het daar tot nu toe niet van gekomen is. Maar dat het gaat gebeuren staat voor mijn vader vast. ‘ IJs en weder dienende’, zoals hij altijd zegt. En zo is het.

Een bijzondere bruiloft

19 december 2010

Een aantal maanden geleden woonde ik een bijzondere bruiloft bij. De moeder van een goede vriendin van mij trouwde voor de tweede keer. Toegegeven, dat is op zich geen wereldschokkend nieuws; er zijn veel meer mensen die dat doen. Maar dit was om meerdere redenen een bijzondere inzegening. Ten eerste vanwege de leeftijd van de geliefden: ze waren beiden 80 jaar. Dat twee mensen van die leeftijd nog met elkaar het huwelijksbootje instappen is niet iets wat je iedere dag meemaakt.  Minstens zo bijzonder echter was het feit dat deze mensen elkaar al vanaf de kleuterschool kenden. Toen al schijnt de bruidegom meerdere malen tegenover zijn moeder verklaard te hebben dat hij later zou trouwen met ‘Carolientje’, zoals hij de bruid toen noemde. En nu, 75 later, kwam die wens dan eindelijk in vervulling.

Trouwe lezers van mijn blog weten inmiddels dat ik erg geïnteresseerd ben in de lichamelijke conditie van de wat oudere mens. Wat mij vooral boeit is de vraag of mensen op hoge leeftijd nog fit zijn, en als het even kan wil ik dan natuurlijk ook graag uitzoeken hoe ze dat voor elkaar krijgen. Voor mij was het dan ook niet alleen een hele eer op dit bijzondere huwelijk uitgenodigd te zijn, maar ook een goede gelegenheid om in contact te komen met een grote groep ouderen, want de gemiddelde leeftijd van de gasten lag ruim boven de zeventig. Ik kreeg nu niet alleen de gelegenheid met eigen ogen te zien hoe ze er aan toe waren, maar ik kon ook met ze praten en zo meer over hen te weten komen.

Wat me al snel duidelijk werd, was dat op deze bruiloft alle uitersten van het spectrum vertegenwoordigd waren. Aan de ene kant was er de bruidegom die nauwelijks nog in staat was om op eigen benen te staan. Normaalgesproken zat hij in een rolstoel, maar nu werd hij ondersteund door de bruid en kon hij zo met behulp van een wandelstok nog enigszins lopen. Maar daarnaast was er ook iemand als Paul, een aardige kerel met wie ik een tijdje heb zitten praten. Paul was ook 80 jaar, maar oogde niet alleen nog zeer fit, hij liep en bewoog ook soepel, en toonde aan het eind van de dag nog geen greintje vermoeidheid.

De bruidegom was niet ziek, dat wist ik zeker, want ik kende hem te goed om daarvan niet op de hoogte te zijn. Het ‘enige’ probleem dat hij had, was dat hij al jaren een zittend bestaan had geleid en daardoor zo was verzwakt dat hij geen kracht meer in zijn benen had en zijn dagen in een (rol)stoel moest doorbrengen.  Paul daarentegen, vertelde me dat hij een dag waarop hij niet bewoog, als een verloren dag beschouwde. ‘Ik zit gewoon niet lekker in mijn vel, als ik een hele dag niets doe. En het hoeft niet eens per se sporten te zijn; al werk ik een uurtje of wat in de tuin, dat is ook prima. Maar ik moet wat doen, anders voel ik me gewoon niet prettig.’ Het grote verschil tussen deze twee mannen kortom was niet hun gezondheid, maar hun leefstijl, de mate waarin ze al dan niet actief en bewegelijk waren.

Al pratende met Paul kwam ik er achter dat hij op zijn tachtigste nog alles deed wat in hem opkwam: actieve reizen ondernemen met zijn vrouw, een dag over de Veluwe fietsen met vrienden, een boot huren en dan naar het midden van de plas roeien en vissen, of in de winter als er ijs lag, een schaatstocht van een kilometer of 20 maken. In niets voelde hij zich beperkt; hij leefde een rijk leven, omdat hij kon gaan en staan waar hij wilde. In schril contrast daarmee stond het leven van de bruidegom die zijn dagen sleet in het verzorgingstehuis waar hij gewoonlijk te vinden was in een rolstoel op zijn kamer. Zijn uitjes waren de ritjes heen en weer naar de centrale hal, waar hij soms een kop koffie dronk met de andere bewoners. Het feit dat hij nu getrouwd was, zou daar weinig verandering in kunnen brengen. Dat hij ooit nog zelfstandig zou kunnen wonen was ondenkbaar; nu hij niet meer voor zichzelf kan zorgen, was dat een onmogelijkheid geworden.

Die dag werd ik weer eens met mijn neus op de feiten gedrukt: wie vrij wil zijn moet fit blijven. Die wetenschap is voor mij telkens weer een geweldige bron van motivatie als ik een keer geen zin heb om naar de sportschool te gaan, of buiten hard te lopen. Ik ben daar eerlijk in, ik heb ook niet altijd zin om in beweging te komen. Zeker niet nu het winter is en het buiten bar koud is. Maar als ik me dan bedenk wat ik kan winnen door fit te blijven; hoe mijn leven eruit kan zien over een jaar of twintig, als ik nu niets doe, dan heb ik al snel geen enkele moeite meer om uit mijn stoel te komen. Want als ik een ding zeker weet, is dat ik nooit zo wil eindigen als die bruidegom. Als ik de pech heb dat ik getroffen word door een ziekte of een aandoening waardoor ik op een ogenblik niet meer in staat zal zijn om te lopen, dan is het een ander verhaal. Maar zolang ik het zelf nog in de hand heb, zal ik er alles aan doen om zo te kunnen eindigen als Paul: vrij om te gaan en staan waar ik wil en alles te doen wat het leven mooi en de moeite waard maakt.

Hoe verklein je de kans om te vallen en iets te breken?

17 december 2010

Toen mijn vader een aantal jaren geleden – hij was toen 75 jaar – bij een ongelukkige val zijn pols brak, zat hij wekenlang in zak en as. Zijn gipsen arm zat hem vreselijk in de weg, en hij voelde zich een gevangene in zijn eigen huis. ‘Maar je kunt toch gewoon af en toe naar buiten en een stukje wandelen, pap,’ probeerde ik nog. Maar dat idee verwierp hij dan resoluut. ‘Mijn andere arm ook nog breken, zeker. Ik kijk wel uit.’ En dan liet ik hem maar met rust, want ik zag ook wel in dat hij met een arm in een mitella niet bepaald stabiel liep. In huis liep hij al op eieren, laat staan buiten waar hij trottoirs op en af zou moeten stappen. Pas toen hij een week of zes later weer van het gips af was, durfde hij zich af en toe weer voorzichtig buiten te wagen.

Misschien ben jij ook wel eens bang om te vallen en iets te breken, zeker nu de winter weer is aangebroken en het op straat vaak glad is. Die vrees is bepaald niet ongegrond: een op de drie ouderen boven de 65 jaar valt ieder jaar wel een keer, en maar al te vaak met een ongelukkige afloop: een gebroken pols of, de meest voorkomende fractuur, een gebroken heup. De statistieken liegen er niet om: per jaar breken 16.000 Nederlanders, voornamelijk ouderen, als gevolg van een valpartij een heup. En, zoals te lezen valt op www.apotheek.nl:

‘Een gebroken heup kan het begin zijn van veel moeilijkheden – van de mensen met een gebroken heup overlijdt 20% binnen een jaar. De helft van de overige patiënten blijft gehandicapt en kan niet meer goed voor zichzelf zorgen.’

Wat kun je er zelf aan doen om te voorkomen dat je valt en iets breekt? Om die vraag te kunnen beantwoorden is het zaak eerst goed in beeld te krijgen waarom ouderen a) vaker vallen en b) daarbij relatief snel een botbreuk oplopen.

  • Ouderen vallen sneller omdat zij minder stabiel bewegen, en ook de neiging hebbenvoorovergebogen te lopen. Oorzaak hiervan is de afname van spiervolume en spierkracht als gevolg van het verouderingsproces dat wij mensen doormaken. Het is niet moeilijk om te begrijpen dat je als je minder stevig op je benen staat, je eerder zult struikelen. En dat je, als je dan eenmaal struikelt, ook minder goed in staat in bent om je te corrigeren en zo te voorkomen dat je valt.
  • Een val resulteert bij ouderen relatief vaak in een botfractuur omdat veel mensen op latere leeftijd last krijgen van osteoporose, oftewel botontkalking. Bij osteoporose nemen zowel de hoeveelheid als de kwaliteit van het bot af; de botten worden dunner en brozer, en zullen logischerwijze bij een val eerder breken.

De beste manier om te voorkomen dat je valt en daarbij iets breekt, is door te bewegen. Daar zijn alle deskundigen het over eens. Als je flink in beweging komt sla je twee vliegen in een klap. Je wordt sterker omdat je meer spierkracht krijgt, zodat je minder snel valt; én je krijgt sterkere botten zodat je, als je valt, minder snel iets zult breken. ‘Is dat echt zo makkelijk?’ denk je nu misschien. ‘En kan ik dat ook nog bereiken als ik 60 jaar ben of 70, of 80?’ Ja, dat kun je. Ongeacht je leeftijd en ongeacht je huidige conditie, kun je door te bewegen je spierkracht enorm verbeteren en er tegelijkertijd voor zorgen dat de dikte en dichtheid van je botten substantieel toenemen. Daar moet je natuurlijk wel wat voor doen: trainen, met name op kracht, zoals Ard Schenk en ik beschrijven in ons boek Je tweede jeugd begint nu. Hierin lees je o.a. hoe mijn vader op 76-jarige leeftijd zijn lichamelijke conditie in zes maanden tijd drastisch wist te verbeteren door gezond te gaan eten en twee keer per week naar de sportschool te gaan. Met als resultaat dat hij veel beter en stabieler ging lopen, waardoor de kans dat hij ooit nog een keer iets breekt veel kleiner is geworden.

Dus als het deze winter weer eens glad wordt, blijf dan niet angstig binnen zitten. Zoek in de Gouden Gids adressen op van sportscholen bij jou in de buurt en neem eens een kijkje. Of beter nog: volg een proeflesje. En als het je bevalt, neem dan een abonnement, en ga structureel aan de gang met de verbetering van je conditie. En tot je botten zo sterk zijn dat je weer tegen een stootje kunt (maar ook daarna), is het verstandig om bij glad weer te voorkomen dat je buiten uitglijdt. Dit doe je bijvoorbeeld door om je schoenen Alaska Gripfeet te leggen. Dit zijn ware sneeuwkettingen onder je schoenen, waar je zonder probleem het gladste ijs mee op kunt. En ze kosten maar 19,95 euro, dus dat is voor zoveel bescherming en veiligheid bijna te geef. Voor verkoopadressen simpelweg op ‘Alaska Gripfeet’ googlen, en dan online bestellen, bijvoorbeeld via www.bever.nl of www.outdorado.com.

Heb jij wel eens iets gebroken bij een val? Wat doe je er nu aan om te voorkomen dat dit je nog eens overkomt? Of als je nog nooit iets hebt gebroken, wat doe jij dan als het buiten glad is? Deel je ervaringen met anderen en laat hier een reactie achter!

Hoezo, rollator?

15 december 2010

Er kunnen gegronde medische redenen bestaan waarom het gebruik van een rollator noodzakelijk is. Bijvoorbeeld als je een heup- of knieoperatie hebt ondergaan, en weer goed moet leren lopen. Of als je een hersenbloeding hebt gehad of problemen hebt met je evenwichtsorganen waardoor je instabiel loopt. In al die gevallen is het gebruik van een rollator een uitkomst, waarbij het evengoed maar te hopen is dat het om een tijdelijke noodgreep gaat, en dat je op den duur weer op eigen benen kunt staan.

De belangrijkste reden waarom mensen echter een rollator aanschaffen, is dat ze slecht ter been raken. Maar liefst 1 op de 5 Nederlanders krijgt na zijn 65e problemen met lopen (bron: De Volkskrant, 30 november 2010). De meeste mensen zien dit als een onafwendbaar lot: naarmate de jaren vorderen, houden ze steeds minder kracht in hun benen over. ‘De ouderdom komt met gebreken,’ heet het dan, en daar moet je maar mee leren leven. Althans, zo luidt de publieke opinie.

Veel ouderen die moeite hebben met lopen, zien de rollator als de enige manier waarop ze hun vrijheid terug kunnen krijgen. Zo ook de babyboomers die inmiddels in de 65-plus leeftijdcategorie zijn aanbeland. Deze nieuwe generatie vaak welgestelde ouderen heeft in de regel een uitgesproken voorkeur voor kwalitatief hoogwaardige producten, waar best een prijskaartje aan mag hangen. Het is dan ook geen toeval dat fabrikanten van rollators steeds luxere loopkarretjes op de markt brengen, die elkaar functioneel en qua vorm en hip design naar de kroon steken. Zoals in de Volkskrant te lezen valt: ‘Ze zijn er in tijger- of zebra of koeienprint. Van pimpelpaars tot appeltjesgroen. Er zijn races, een expositie, speciale websites om ze te pimpen, en een heuse award voor wie de mooiste ontwerpt.’

Maar hoe bont de fabrikanten van rollators het ook maken, en hoezeer ze ook hun best doen om potentiële klanten het gevoel te geven dat ze zich met hun product weer vrij en ongehinderd door het leven kunnen begeven, feit blijft dat het hier slechts om schijnvrijheid gaat. Echt vrij ben je natuurlijk alleen als je op je eigen benen kunt staan en op eigen kracht kunt komen waar je wilt. Niet als je afhankelijk bent van een rollator.

Tot hoge leeftijd op eigen benen staan en zonder rollator gaan en staan waar je wilt, is zeer goed mogelijk. Jij kunt dat ook, ongeacht je huidige leeftijd, en zelfs als je nu al merkt dat lopen lastiger wordt. Het enige dat jij hoeft te doen is er voor te zorgen dat je weer fit wordt. Dat je weer voldoende kracht in je benen krijgt en voldoende uithoudingsvermogen om zonder enig hulpmiddel weer uren op de been te kunnen blijven; en zonder problemen te kunnen lopen en zelfs weer trappen te kunnen beklimmen. Hoe je dat kunt bereiken? Door te trainen voor kracht en conditie, zoals Ard Schenk en ik beschrijven in ons boek Je tweede jeugd begint nu. Hierin lees je onder andere het verhaal van mijn vader die er op 77-jarige leeftijd in slaagde om in zes maanden tijd te veranderen van een krakkemikkige oude man in een fitte bejaarde. Dit bereikte hij door twee keer per week naar de sportschool te gaan en gezond te gaan eten. Als mijn vader het kon, kun jij het ook. Dus laat hem voorlopig nog maar even staan, die rollator, en investeer je kostbare geld liever in een sportoutfit en een abonnement voor de sportschool. En blijf op die manier vrij om te gaan en staan waar je wilt. Ongeacht je leeftijd.